Het archeologiehuis in het Archeon
Het Romeins museum in het Archeon, door de ogen van de architect
Wordt vervolgd…
Dat architectuur meer is dan het ontwerpen van gevels met een dak, wordt duidelijk als we naar het ontwerpproces kijken van het Romeins museum in het Archeon.
Ik heb iets met musea, ooit studeerde ik samen met mijn vriend Piet Tuin af op een ontwerp voor een gemeentelijk museum voor de gemeente Haarlem. Dat ik nu zoveel jaar na dato daadwerkelijk een museum ontwerp is meer dan leuk. En ik gun je dan ook graag een kijkje in de keuken bij dit, in mijn ogen toch wel unieke, proces.
Het ontwerpproces
Het begin
Elk gebouw wordt geboren uit een idee en zo ook het Romeins museum. Bij de gemeente ontstond naar aanleiding van de opgravingen rond Alphen de wens deze vondsten tentoon te stellen. Het Archeon was daarvoor de meest aangewezen plaats. De gebruiker van het gebouw is altijd mijn uitgangspunt. In dit geval had ik dus te maken met 3 gebruikers: het Archeon, de gemeente Alphen aan de Rijn en de provincie Zuid- Holland.
Drie gebruikers betekent ook drie verschillende verlangens hoe het gebouw te gebruiken.
Voor het Archeon wordt het museum een deel van hun park en moet daar dus in passen.De gemeente Alphen wilde de Romeinse vondsten uit Alphen exposeren.De provincie Zuid -Holland wilde de archeologische vondsten uit de rest van Zuid-Holland exposeren. Maar zochten ook een plek waar hun vrijwilligers, die de opgravingen reinigen en catalogiseren, konden werken.
De directeur van het Archeon, Jack Veldman opperde het idee om voor het museum een van de boerderijen te gebruiken die bij de inkrimping van het Archeon verloren was gegaan. Het werd een Bataafse boerderij waarvan de resten in Rijswijk waren gevonden. Een interessant gebouw: een duidelijk Bataafs ontwerp, wat door de eigenaren “verromeinst”was. Gevelarchitectuur is van alle tijden..
De buitenkant van het archeologiehuis is duidelijk….
Daarmee was de buitenkant van het te ontwerpen museum duidelijk. De binnenkant was aan de beurt.
Binnen in het museum moest ik dus twee functies verwezenlijken : een werkplek en een tentoonstellingsplek.Ik had te maken met een eeuwenoud gebouw, waarin een woon en werkplek verenigd was. Het leek mij passend om deze twee deling in ere te houden. En zo kwam ik op de gedachte het woongedeelte te bestemmen voor de archeologische vrijwilligers. Want zij kregen tenslotte in het nieuwe museum een nieuwe thuisbasis. Het “werk” gebeurt in de “stal”, daar zijn de exposities, daar worden de rondleidingen gehouden. Kortom daar vindt het werk van het museum plaats.
Het is interessant te zien dat deze indeling prima bleek te werken. Oude wijsheden gaan dus ook op voor nieuwe tijden.
Op de plattegrond kun je de indeling zien.
Wordt vervolgd…..